Het derde deel van de 'Geschiedenis van de Karmel', dat handelt over de Katholieke Hervorming. is vanwege zijn grote omvang verdeeld over de banden A en B. Band A omvat de hoofdstukken 1 t/m 12 (plus de daarbij behorende noten); band B de hoofdstukken 13 t/m 20 (plus de bij deze hoofdstukken behorende noten), alsmede de afkortingen, de bronnen, het register en de illustraties, die betrekking hebben op beide banden A en B. Hervormingen, overal gepaard gaande met de opbloei val het Katholieke leven en de beoefening van de weteschappen en de kultuur in de gehele Kerk, maar vooral ook in de Orde, zijn in het tijdperk tussen 1600 en 1750 niet van de lucht. De vernieuwing van het Katholieke leven vond mede haar uitdrukking in de schone kunsten, die in de hoofdstukken 18 t/m 20 (band B) bij P. Joachim Smet een enthousiaste en welhaast professionele beschrijving krijgen. Beroemde Karmelietaanse kerken, kloosters en heiligdommen in Italië, Spanje, Brazilië, Frankrijk alsmede in andere Ultramontaanse provincies passeren een bijna eindeloze revue. Schilderkunst, gravures, boekverluchting
zijn, evenals cle muziekkunst, blijkbaar niet weg te denken uit het Karmelietaanse kulturele leven in de onderhavige periode. Met de beschrijving van al dat moois heeft P. Joachim in zijn Geschiedenis van de Karmel voor nu en ioor de toekomst een grote dienst bewezen aan de Orde en aan de liefhebbers van de schone kunsten in het algemeen.