John A. T. Robinson schrijft op bladzijde 130 van dit boekje: 'Ongetwijfeld heb ik bij sommigen de schijn gewekt dat ik - door te spreken zoals ik gedaan heb - stilzwijgend het christelijk geloof en het christelijk leven geheel en al heb opgegeven. Het tegendeel is waar, ik ben ervan overtuigd dat het christelijk geloof en leven opgegeven zullen worden, tenzij we bereid zijn het soort revolutie te wagen waarover ik hier sprak.' Iedere aandachtige lezer van dit eerlijke en moedige boekje zal concluderen, dat het van belang is, dat hier vragen ter discussie gesteld worden, die het voortbestaan der kerk raken. Voor sommigen zal de schrijver te eenzijdig, te fel of te radicaal zijn. Hij zelf eindigt echter zijn 'Woord vooraf' met: 'Wat ik bij wijze van terreinverkenning heb proberen te zeggen, moge radicaal en ongetwijfeld aan velen ook ketters toeschijnen. Hiérvan ben ik zo goed als zeker dat, wanneer we straks terugblikken, deze poging dáárin te kort is geschoten: ze was lang niet radicaal genoeg.'