Het tweede deel van de'Geschiedenis van de Karmel'omvat de bewogen tijd van de Contrareformatie, die gekenmerkt werd door vele belangrijke vernieuwingen in de Kerk.Van die vernieuwlngen was het reveil van de kloosterorden het meest opmerkelijke resultaat, en nergens zo zegt Pater Smet, was de vernieuwing zo bruisend van vitaliteit en zo briljant ak in de Karmelietenorde. Een van de grootste geesten, die het meest heeft bijgedragen tot de realisering van die vernieuwing van de Orde was de vrouw die door de schrijver genoemd wordt de merkwaardigste vrouw van alle tijden: Sint Teresa van Avila"( 1515-1582). Het is dan ook niet te verwonderen dat het leven en de activiteiten van deze extatica en kerklerares in dit werk uitgebreid worden belicht (hoofdstukken 1 t/m 4). Teresa heeft 17 slotkloosters.gesticht. Ze werd hierbij geholpen door Sint Jan van het Kruis, mysticus en Iyrisch dichter (1542-1591), die als ander haar zusters kon begeleiden in hun opgang naar God. Dat was ook de bijzondere taak van de, ook door Thresa gestichte, Ongeschoeide ofTeresiaanse Karmelieten.