Het boek 'Voor God vertoeven' wil de lezer herinneren aan de christelijke rneditatietraditie, die eeuwenlang het hart en de levensadem van een kultuur is geweest. Binnen deze traditie neemt de contemplatieve orde van de Karmel een belangrijke plaats in. De grote christelijke mystici, Theresia van Avila, Johannes van het Kruis, Theresia van Lisieux en Edith Stein hebben immers in die orde geleefd. Bij alle verschil in nationaliteit en geestelijke vorining waren zij geestelijke bewoners van de Karmel. Zij hebben de noodzaak ingezien van een diep omvormende meditatie over Gods overstelpende aanwezigheid.
Wil God voor de lezer van het boek niet tot een onbegrijpelijke code, een dode letter worden, dan moet hij opnieuw leren 'voor Hem vertoeven'. Bij de figuren uit de Karmel vindt hij ervaren begeleiders op zijn weg naar deze verkwikkende Goddelijke nabijheid. Met deze bevoorrechte spirituele meesters kan de hedendaagse mens opnieuw voor God vertoeven en afdalen tot de diepste kern van zijn bestaan, waar hij zich als vrij schepsel tegenover zijn Schepper bekent.