'Herhaaldelijk heb ik over "het kerkelijk ambt” geschreven. Deze publicaties beslaan ongeveer 25 jaar en zijn geleidelijk dan ook een weerslag van de groeiende "priestercrisis". Het was niet mijnbedoeling dit geheel te verwerken tot wat dan, zoals eertijds, "een volledige ambtstheologie', zou moeten heten. Uitgangspunt zijn vier artikelen (uit 1972, 1979 en 1980).
Deze vier artikelen werden bijgewerkt en aangevuld, met enkele hoofdstukken uitgebreid, op enkele details genuanceerd en in hun grondstelling veelal met nieuwe historische gegevens en verscherpte argumenten versterkt. Tenslotte werd dit geheel tot een nieuwe eenheid gestructureerd.
Ook als een theoloog weet, dat wat hij zegt niet iedereen welkom zal zijn, heeft hij - overtuigd van de bevrijdende kracht van de (ook historische) waarheid waarnaar hij naar eer en geweten op zoek is - niet het recht eigen inzicht een voorcensuur op te leggen: hij heeft de plicht zijn onderzoekresultaat openbaar te maken.
Voor historische argumenten gelden alleen historische tegenargumenten.’