Door alle tijden heen zijn er af en toe mensen in de openbaarheid getreden, wier opmerkelijke prestaties op het gebied van het hoofdrekenen tot ieders verbeelding spraken, en die meestal van land tot land trokken om hun bijzondere rekenkundige begaafdheid te demonstreren en op die manier in hun levensonderhoud te voorzien. Ook de moderne mens, die vertrouwd is geraakt met computers, ruimtevaart, geleide projectielen en andere efficiënte zegeningen van deze tijd, wordt nog steeds geïmponeerd door de schijnbaar magische vermogens waarover deze mensen beschikken. Toch is de mentale capaciteit van deze rekenwonders van zeer uiteenlopende aard; men vindt onder hen de hele scala van zwak begaafd tot superintelligent, van ongeletterd tot intellectueel gevormd. Ook de wijze waarop deze mensen tot hun opvallende resultaten kwamen, is geheel verschillend. Juist hiervan geeft Tocquet een uitstekende analyse, terwijl hij bovendien, voorzover mogelijk of nog te achterhalen, een nauwkeurige beschrijving geeft van hun levensgeschiedenissen en de milieu–invloeden die tot ontwikkeling van hun mysterieuze capaciteiten kunnen hebben bijgedragen.