Wilt ge waarlijk genieten van wat de beeldende kunst heeft te bieden, dan behoeft ge de lange en ingewikkelde geschiedenis van de kunst met al hetgeen daarbij behoort nog niet precies te kennen. Zonder een algemeen inzicht echter in de aard van het werk en streven van de grote kunstenaars en in de historische ontwikkeling en het kenmerkende van de kunst in de belangrijkste tijdvakken en stijlperioden, komt ge aan een goed begrip en het echte aesthetische genot toch niet toe.
In dit beknopte boekje is een ontzaglijke hoeveelheid stof op overzichtelijke wijze behandeld. Beginnend bij de vroegste primitieve kunst worden achtereenvolgens de kunst van de antieke wereld, van Griekenland en het Romeinse Rijk en van alle volgende perioden tot en met de 20ste eeuw behandeld en naar hun aard en betekenis geschetst.
Zonder een encyclopaedische verzameling feiten te geven, wordt de lezer op heldere en boeiende wijze een inzicht geboden in de beeldendekunsten en wordt hij ingewijd in de aesthetische betekenis van de kunst en raakt hij bekend met de grote kunstenaars, die ofwel exponenten zijn van de kunstopvattingen in een bepaalde phase van de geschiedenis ofwel ingrijpende vernieuwingen invoerden.