Over het boek: Hannah Arendt benadert het probleem van de moderne mens volgens een originele analyse: de 'vita activa' van de mens verdeelt zij in drie soorten activiteiten, elk met hun eigen waarde, maar met een verschillende betekenis voor de huidige mens en de mensheid van de toekomst: Er is de arbeid, die de inspanning voor het voortbestaan omvat; daar- naast is er het werken, d.w.z. het vormgeven aan de wereld voorbij het punt tot waar dit noodzakelijk is voor de eerste levensbehoeften; ten laatste het handelen - gericht op de medemens. Elk van deze facetten van menselijke activiteit wordt op scherpzinnige wijze besproken, waarbij een historische bespreking uitmondt in een diepgaande beschouwing van onze eigen tijd. Met name komt hierbij het gevaar naar voren dat de grote aandacht die wij hebben voor de arbeid ons, nu juist het werken en handelen meer accent zouden moeten krijgen, dreigt te maken tot 'arbeiders zonder arbeid', en, zoals de schrijfster zegt, wat kan droeviger zijn. Hannah Arendt biedt geen oplossingen, zij denkt 'slechts' over wat we doen. Welk een begrip voor onszelf en deze tijd weet zij ons echter met dit denken te geven.