Een cultuurgeschiedenis van Nederland in vogelvlucht te geven is een bljzonder moeilijke taak en een hachelijke onderneming wanneer dit tevens moet gebeuren in het betrekkelijk korte bestek var, één boek, De auteur heeft zich van deze opdracht echter op voortreffelijke wijze gekweten. In een boeiende schets geeft hij ons een beeld van de ontwikkeling van ons culturele leven: de geschiedenis van het zich uitbreidende christendom; het onderwijs daarop volgend, op steeds humanistischer leest geschoeid; de reactie van een groot deel van ons volk op het katholicisme; de wedljver ook van onze kooplieden en edellieden om hun huis en hof met kostbaarheden uit het rijke zuiden en oosten te sieren; de ontwikkeling van onze eigen Nederlandse schilderkunst, van onze letterkunde. En na die aanzet, die culmineerde in de Gouden Eeuw, de strljd om de neergaande tendensen te overwinnenl om het behoud van de eigen Nederlandse geest. Geen auteur kan een dergelijk werk sohrijven zonder zich daarvoor met zijn hele persoon in te zetten. De lezer zal hier en daar wellicht een kritische aantekening wensen te maken, maar het geheel is zo overtuigend geschreven dat men na lezing blij is met deze persoonlijke visie van een bekend Nederlands historicus te hebben kennisgemaakt.