De opwinding is groot als in het paasweekeinde van 2005 bekend wordt dat het ‘godslasterlijke’ Evangelie van Judas na bijna tweeduizend jaar weer is gevonden. Het is slechts een van de vele ‘ketterse’ boeken die in het vroege christendom door de kerk in de ban zijn gedaan.
Deze verloren gewaande manuscripten geven, samen met archeologische opgravingen, steeds meer geheimen prijs over de oorsprong van het jodendom, christendom en de islam. Daaruit blijkt dat de strijd om het ware geloof door de eeuwen heen allesbehalve met open vizier werd uitgevochten. Censuur, plagiaat, misleiding en vervalsingen zijn aan de orde van de dag.
Henk Schutten beschrijft op meeslepende wijze hoe het Judas-evangelie op het nippertje gered werd uit de klauwen van op geldbeluste handelaren. Maar hij voert de lezer ook mee naar de fascinerende bronnen waaruit de auteurs van zowel de Thora, de bijbel als de koran hebben geput – de diepzinnige, ontroerende en bizarre oerverhalen waar ook het Evangelie van Judas op is gebaseerd. Want of joden, christenen en moslims het willen of niet – ze hebben veel meer gemeen dan ze denken.