Een van de taken die filosofen zich stellen is het kritisch bestuderen en evalueren van de vooronderstellingen van het leven, het doen en het kennen van de gemeenschap waarin zij reflecteren. Wat gebeurt er als de voorderstellingen waar het westen – ook in Afrika – mee werkt, oder het kritisch oordeel vallen van jonge, filosoferende Afrikanen?
Dit boek is een verslag van en een reaktie op gesprekken over die voorderstellingen in een dergelijke groep. De gesprekspartners waren Onono-Wamonje, Gichoeroe, Kivoeva, Waroeta, Mambo, Kagoethi en Ombonya, op het ongenblik allen Bachelors of Arts aan de Universiteit van Nairobi in Kenya.