De psychologe Marie Rasey heeft met het schrijven van dit boek een hoogst originele bijdrage geleverd tot de bestaande literatuur over de psychologie van de schoolgaande jeugd. Door haar vlotte en weinig specialistische stijl, de eenvoudige en heldere uiteenzettingen, de korte 'life stories' en citaten waarmee deze worden afgewisseld, krijgt dit boek iets echts en levends dat slechts de vrucht kan zijn van jarenlange ervaring en diep doordenken. Juist door het opnemen van autobiografische notities van kinderen en uitlatingen van ouders en opvoeders heeft het veel meer te bieden dan de gebruikelijke geschriften over de ontwikkelingspsychologie. De schrijfster laat het kind zien als een volledig mens, niet slechts verwant met zijn familie, maar met de gehele mensheid; ze richt zich hier en daar direct tot de leerkrachten en toont hun wat voor een mensje daar vóór hen in de schoolbanken zit. Kortom, een levendig geschreven boek, bestemd voor ouders en opvoeders en ieder wie de problematiek van de opgroeiende jeugd ter harte gaat. Het feit dat de Adleriaanse richting tot de meest toegankelijke gebieden der psychologie behoort – Marie Rasey is namelijk een volgelinge van Alfred Adler - doet hier zijn invloed gelden en maakt dit werk tot een voor elkeen bevattelijk geheel. Voor pedagogen en psychologen zal het lezen van dit ongewone werk echter ook een bijzondere ervaring zijn.