,,Ik had een meisje lief, mag dat soms niet?" zo ongeveer schrijft François, een jonge Afrikaanse leraar, over zijn eerste liefdesavontuur, dat hem lelijk uit het gareel heeft gebracht. Hartstochtelijk verzet hij zich tegen de seksuele moraal van zijn kerk, als hij zijn vroegere gymnasiumdocent, een Europees predikant, in vertrouwen neemt. En deze stelt zijn heimelijke hoop niet teleur, maar beantwoordt openheld met openheid en praat ook om de meest netelige vragen niet met mooie woorden heen. Daarom blijft hij met François als een vriend verbonden, wanneer deze later het meisje ontmoet dat zijn grote liefde heeft. Maar hoe François en Cécile elkaar vinden, hoe ze in de hevigste spanningen raken tussen de traditionele zeden van hun afkomst en de maatstaven van de nieuwe tijd, hoe ze het onverdraaglijke wáchten leren. de mislukking ervaren en tenslotte toch weer hoop kunnen hebben - dit alles is dermate dramatisch en spannend, dat men het zelf moet lezen.