Heeft godsdienstige verkondiging iets met massacommunicatie te maken? De auteur voert ons in hit eerste deel van dit boek binnen in de literatuur over de massacommunicatie en laat zien hoe onze overspannen verwachtingen en vrees (vandaar de censuur!) voor een belangrijk deel ongegrond zijn. Men zou haast zeggen: het geringe effect van de prediking is er om te bewijzen dat massacommunicatie - behalve in exceptionele omstandigheden - veel minder onmiddellijke uitwerking heelt dan veelal wordt aangenomen. Dit neemt niet weg dat een vergelijking tussen godsdienstige beïnvloeding en massacommunicatie zeer vruchtbaar is. Men kair eruit leren hoe de godsdienstige beïnvloeding het beste kan geschieden: aansluiten bij datgene waar de toehoorders in hun sociale leven al mee bezig zijn, identificaties en voorbeelden verschaffen enz. Opmerkelijke en in ons land veelal nog onbekende onderzoekingen over de werking der massa-media worden door de auteur bondig en helder weergegeven.
Het tweede deel van dit boek toont aan hoe ophethuidigemoment de godsdienstige beïnvloeding in Nederland in het katholieke kamp plaats vindt. Er bestaan diepgaande verschillen tussen de verschillende vormen van prediking waar de bestuurders der massamedia zelf vaak nauwelijks weet van zullen hebben. Om aan deze pluriformiteit nu uitdrukkelijk ruimte te geven eist een bewuste beslissing: de kerkelijke leiding zal ook op dit terrein moeten kiezen. De auteur geeft de kenmerken van de verschillende typen van prediking aan en licht zijn stellingen toe met voorbeelden en citaten.
In het derde en laatste deel van deze srudie wordt duidelijk gemaakt dat ook de toehoorders zelf mentaal en godsdienstig tot geheel verschillende werelden behoren en met verschillend oor luistern. Hieraan zou het preekaanbod tegemoet kunnen komen... indien het in feite beter was afgestemd op de thans levende behoeften. In een samenhangend betoog wordt- aangetoond waar de aandacht voor de preek van afhangt en hoe deze een contact met de daeeliikse ervaringswereld zou kunnen maken. Een bloemlezing uit de ieaities der ondervraagde personen vervolledigt het betoog.