Het is twijfelachtig of het beeld dat de algemeen ontwikkelde leek van de natuurwetenschappen heeft, ook maar in de verste verte toereikend is. Velen zullen tot de conclusie gekomen zijn dat hun begrip van en voor een groot aantal aspecten van de moderne maatschappij beperkt wordt door een te geringe kennis van de natuurwetenschappen. Het is maar al te waarschijnlijk dat de meesten zich hierbij zonder meer neerleggen met de gedachte dat de 'geheimtaal' van die wetenschappen voor een 'gewoon mens' toch ondoorgrondelijk is. Alan Isaacs bewijst echter met dit boek het tegendeel; geen wetenschappelijke term wordt gebruikt zonder nadere uitleg, geen begrip wordt 'zomaar' ingevoerd. Op deze wijze krijgen de grondbegrippen materie en energie reliëf, zo kunnen achtereenvolgens anorganische en organische stoffen en de eigenschappen van de levende stof behandeld worden en krijgt DNA een andere betekenis dan een willekeurige reeks letters. Naast de 'klassieke' energievormen wordt ook de kernenergie besproken en een elektromagnetisch veld wordt levende realiteit. Het boek besluit met de grensgebieden van ons weten, het ontstaan van het heelal en van het leven, en met zoiets ontastbaars als antimaterie en de begrippen causaliteit en waarschijnlijkheid. We leven in een tijdperk van ongekende ontwikkelingen op natuurwetenschappelijk gebied. Kunnen we het ons veroorloven geen kennis genomen te hebben van de grondslagen van die stormachtige ontwikkeling?