‘God is ieder ogenblik nieuw. Altijd bron van nieuwe mogelijkheid. Dat geldt met betrekking tot de geschiedenis, dat geldt ook als het gaat over het einde van de geschiedenis: God blijft ons overomen. Ik denk, ook als we doodgaan. Hij is perspectief op een leven over de dood heen.
Ik zou hetzelfde nog een zo willen proberen te zeggen: God zelf is absolute vrijheid. En dat betekent dat, zolang de geschiedenis niet gegeven is en de totaliteit van de geschiedenis nog niet gegeven is wij Gods wezen niet kennen: er is steeds een meet, en dus openheid. En zelfs de totaliteit van de geschiedenis valt niet samen met Gods handelen, zij verwijst alleen naar de absolute bron van vrijheid.
Trouwens, geen wezen gaat op ini zijn handelen. Zo moeten we inderdaal zeggen dat God mysterie blijft en zich slechts in verhulling openbaart. Gods hart is groter dan de uitkomst van de geschiedenis. Dat is een der gronden waarom, wij op een ‘eeuwig leven’ mogen hopen, waarin werkelijk ‘iets nieuws’ valt te beleven.’